Gebeurtenis op deze datum
Belegering van Huis Bergh
Geuzenrekening zomer
Maankalender
Zonkalender
Ontdekking Nova SN 1572

Het graafschap Bergh bestaat in 1572 uit de kerkgemeenschappen Netterden, Zeddam en Beek. Daarnaast uit de heerlijkheden Didam, Gendringen, Etten en Westervoort.

Het gebied beslaat dus grotendeels de huidige gemeente Montferland (met daarin de voormalige gemeenten Bergh en Didam) en een deel van de huidige gemeente Oude IJsselstreek (met daarin de voormalige gemeente Gendringen). Daarnaast beslaat het gebied ook de gemeente Westervoort.

Januari

Haersolte, de Spaansgezinde drost van Ulft, beklaagt zich omdat hij geen controle meer heeft over de soldaten die namens de Spaanse koning in Huis Ulft gelegerd zijn. Ook meldt hij, aan het Hof, dat hij vernomen heeft dat in de omgeving van Keulen soldaten worden aangenomen door de opstandelingen.

Het Hof van Gelre en Zutphen schrijft aan de drost van Ulft dat ze verkenners eropuit gestuurd hebben om onderzoek te doen naar het werven van soldaten.

Maart

Rebellen in de bossen ten zuiden van Didam bereiden aanslagen voor op Spaansgezinde personen. De rebellen maken plannen om de richter en de pastoor van Didam te vermoorden en hun bezittingen te roven. Ook wordt een overval op de molenaar van Zeddam voorbereid met het doel zijn voorraden te stelen. De acties worden voorkomen omdat Anderlecht door verraad op de hoogte is. Anderlecht krijgt toestemming van het Hof om twaalf soldaten aan te nemen voor de waakdienst. Het is onrustig in de omgeving en extra bewaking is gewenst.

De rebellen die in de Berghse bossen bivakkeren laten zich bijna dagelijks zien.

April

De drost Haersolte van Huis Ulft beklaagt zich bij het Hof van Gelre over de steeds grotere dreiging van een aanval van de Geuzen. Hij meldt dat hij een tekort aan munitie heeft.

Het Hof van Gelre antwoordt op de op 24 april gestuurde brief van Haersolte. Het Hof vraagt hoeveel munitie Haersolte nodig heeft en waar de munitie is gebleven die bij de inventarisatie van 1571 is genoteerd. Voor het aannemen van een bussemeester (kanonnenmeester) moet hij zich tot Alva wenden.

Mei

Het Hof van Gelre schrijft aan Haersolte dat vanuit Arnhem een wagen met munitie gezonden zal worden. Te Gendringen zijn rondtrekkende rebellen verschenen. Op de vraag van Haersolte wat hiermee te doen, wordt geantwoord dat deze zeer zeker vervolgd moeten worden.

De landdrost Andries van Anderlecht slaat alarm omdat er troepen worden gesignaleerd bij het tolhuis in Lobith. Hij stuurt een brief naar het Hof van Gelre en vraagt om versterking. Hij heeft zelf in Huis Bergh namelijk te weinig soldaten ter beschikking. Er ontstaan verontrustende geruchten aan het Hof in Arnhem. Het is echter loos alarm. Het blijkt een bijeenkomst te zijn van de plaatselijke schutterij.

‘daeromtrent op een dorp die voegel geschaeten, dat oere coninck nae oere gewoonten mit venlen ind trommen to huys gebracht’.

De schutterij was in een dorp aan het vogelschieten tijdens het (schutters)feest en de schutterij had vervolgens de koning met trommels en vaandels naar huis gebracht. Uit dit stuk blijkt dat men zenuwachtig begint te worden in mei. Er wordt veel gesproken over een mogelijke aanval van de Geuzen.

Het Hof schrijft aan de drost van kasteel Schuilenburg, Otto van Rouwenoort, dat het de honderd kilo lood en lonten zal sturen waar hij om heeft gevraagd. Alleen wat betreft het kruit moet de drost specificeren welk kruit er nodig is. Het Hof waarschuwt hem om voorzichtig te zijn, want men verwacht ieder moment een aanval op Huis Ulft.

In de laatste week van mei trekken de Geuzen vanuit het oosten het kwartier van Zutphen binnen. Een Geuzenleger van vijfhonderd man met honderd paarden trekt op 23 mei via Gendringen en kasteel Ulft naar Terborg. Drost Johan van Haersolte ziet de troepen vanuit slot Ulft, dat ongemoeid wordt gelaten, voorbijtrekken. Hij bericht Het Hof ook nog over de passage van een versterking van driehonderd man.

Verder vreest Haersolte nog een doortocht van prins Willem van Oranje en hertog Brunswijk met zo’n vijfduizend man. Dit blijkt loos alarm. De prins van Oranje blijft nog in Duitsland. Bij de inval van de Geuzen wordt in deze dagen ook het Berghse Observantenklooster de Briemer, tussen Emmerik en ’s-Heerenberg, verwoest.Langstrekkende troepen plunderen overal in de streek.

De Geuzen trekken vanuit Bronkhorst het graafschap Bergh binnen. Plaatsen zoals Gendringen, Elten en Didam stromen vol met Geuzen. Anderlecht vraagt het Hof om zending van soldaten en munitie, die ontvangt hij niet.

De Geuzen doen een vergeefse poging om Huis Ulft in te nemen. Ze nemen wel twee Spanjaarden gevangen die buiten het kasteel lopen. De Geuzen trekken verder.

Vanaf Elten komen op 27 mei een paar vendelen (één vendel is ongeveer honderd tot honderdvijftig man) Geuzen onder leiding van hopman Willemken van Angeren naar ‘s-Heerenberg. De wacht en de burgers van de stad verlaten hun post, waardoor de drost zelf met zijn mannen de poorten moet sluiten. Met geweld wordt de stad ingenomen en de Geuzen omsingelen het Huis Bergh. Een belegering volgt. Voor meer informatie over deze belegering zie de verdiepende tekst “Belegering van Huis Bergh”.

Andries van Anderlecht schrijft een brief aan het Hof en meldt een aantal gebeurtenissen. De gerichtsbode van Gendringen, Jasper Moezener, is gevangengenomen vanwege Geuzenactiviteiten en wordt opgehangen. Ook is Garrit de Greve opgepakt samen met twee adellijke personen. De twee laatste personen zijn weer vrijgelaten.

Na een heftige belegering van Huis Bergh, met alleen gewonden en doden aan de zijde van de opstandelingen, vertrekken de Geuzen. De Geuzen nemen het kasteel niet in, ze hebben namelijk geen geschut. Er blijven wel Geuzen achter in de stad. De rest van de Geuzen trekt in de richting van Gendringen, Terborg en vervolgens naar Zelhem. Ook Anderlecht vertrekt met zijn mannen. Ze weigeren in het Huis Bergh te blijven, bewerende dat het niet tegen een krachtige aanval bestand is. Anderlecht regelt zijn zaken hierna vanuit Emmerik. Het kasteel wordt ingenomen door de Geuzen in afwezigheid van de Spaansgezinde drost. In de tijd dat Willem van den Bergh het kasteel in handen heeft, wordt er een boekhouding bijgehouden.

Juni

datum onbekend

Op het hoofd van de Spaansgezinde landdrost van Bergh, Andries Anderlecht, wordt een prijs gezet van duizend daalders door Willem van den Bergh.

Op zondag na Pinksteren gaan er vanuit Doetinchem meerdere transporten naar Huis Ulft om proviand te brengen.

It[em] up sondach trinitatis als die Spae- niers mit etliche waegens dat huiss Ulft proviand to gefuert die Spanier mit den waegens vertert facit tsame[n] III guld. XI bt. IIIJ pla.

Vermoedelijk slaat men proviand op in Huis Ulft wegens verwachte belegering.

In 1569 is Johan van Haersolte is al drost en richter van de heerlijkheid Gendringen en Etten en zetelt in Huis Ulft. Hij is aangesteld door de koning van Spanje om het beheer te voeren over de geconfisqueerde goederen. Op 17 juni wordt Johan van Boeloe aangesteld als drost van de heerlijkheid Gendringen en Etten en Huis Ulft door Willem van den Bergh. Hij vestigt zich niet in het Huis Ulft, dit is namelijk nog in handen van de Spanjaarden onder leiding van Haersolte. Er is dus een bestuurder namens de Geuzen en een bestuurder namens de Spanjaarden.

De drost van de Schuilenburg bij Silvolde, Otto van Rouwenoort, schrijft aan de Spaansgezinde stadhouder dat hij in grote nood zit. Er is geen geld meer om de soldaten te betalen en de drost is bang dat de mannen zullen weglopen, waarmee zij al gedreigd hebben. Als de soldaten wegtrekken, kan hij het slot niet meer verdedigen tegen de Geuzen.

Het kasteel de Schuilenburg wordt op zondagavond ingenomen door de Geuzen. De drost van de Schuilenburg en zijn vrouw met enige soldaten zijn per schip over de Oude IJssel ontkomen. De gehele zomer blijft de Schuilenburg in handen van de Geuzen.

De drost van Huis Ulft, Haersolte, vraagt aan de stadhouder om toezending van proviand en munitie. Wanneer hij geen proviand en munitie krijgt zal Huis Ulft een belegering niet lang volhouden.

Het Huis Ulft wordt op 27 juni belegerd door drie of vier vendelen Geuzen en verdedigd door vijftig Spanjaarden onder leiding van drost Johan van Haersolte. De Geuzen hebben geen geschut om de belegering kracht bij te zetten. Uit de administratie blijkt dat Haersolte al voor het beleg de bomen rondom het Huis Ulft heeft laten kappen. De boomgaard bij het Huis Ulft kan in het jaar 1573 namelijk niet meer verpacht worden, zo blijkt uit de jaarrekening. De bomen worden in 1572 gekapt door de Spaansgezinde troepen die op Huis Ulft gelegerd zijn om zicht te kunnen houden op de vijand. Ze zijn bang dat de vijand, de Geuzen, schansen (verdedigingswerken/ militaire versterkingen) van het hout maken of de schansen onder de bomen bouwen. De schansen worden wel aangelegd door de Geuzen maar liggen door het ontbreken van de bomen meer in het zicht. De verschansingen zorgen ervoor dat het niet mogelijk is om proviand naar het kasteel te brengen en daar is wel grote behoefte aan. Haersolte schrijft Alva dan ook vaker met de vraag om hulp.

Ende aengaende den Bongaert daer van zyn die boemen soe wel staende binnen als umme den bongaert int jaer van twee ende tzeventich tsaemen affgehouwen om dat den viant daer onder nyet schanssen en solden oick mit daer van schanssen macken Dairomme hier Nyet

Ook is er geen ontvangst van pacht vanwege rebellen en Geuzen die voor Ulft liggen.

dat die overtjaer tyde deser Rekeninge verpacht is, Deurdien het belech dat alsdoen van de relten (rebellen) ende guesen voir vlft to geweest Dus hier vuyt getrocken mit Nyet

Inwoners van Ulft kunnen geen betalingen meer voldoen vanwege de zware leningen en de plunderingen, veroorzaakt door de verschillende troepen.

en kan desen Rentmeester vandt selve dorp (Ulft) dies angaende nyet ontfangen, opposeren hen oock dat sy it sonder nyet en behooren te gheeven nae enmael sy luyden by tyden vande neder landtsche duytsche knechten waelen ende Spaengarts sware leenongh gedaen hebben, boven die verderffenisse en deselve henluyden gedaen hebben en[de] noch dagen doende sinnen

Er wordt een betaling gedaan aan soldaten die lood uit de gracht opdreggen. In de voorgaande jaren is er ook al strijd geweest rond Huis Bergh. De oude kogels worden verzameld om nieuwe munitie van te gieten.

Item durch bevel des drosten die soldaten gegeven VIII alb[us] die loet uith den grave gehaelt hadden

Juli

De rentmeester schrijft in zijn rekening dat Andries van Anderlecht de toegangsbruggen liet verbranden toen er Waalse soldaten (Geuzen) om het kasteel lagen tijdens de belegering. Knechten worden betaald om de bruggen te repareren.

die Welsche knechts noch opten huise lagen unnd die bruggen affgebrandtt waren durch Anderlecht so hebben wy dair knechten gehalden

De timmerman wordt naar het geplunderde klooster Schaer in Bredevoort gezonden om balken te halen.

Den XVIII july is Mr. Johan Timmerman nha Schaer int klooster gegaen nha balcken die int bouwhus wesen sollen aldair vertert

De tuinman en twee vrouwen krijgen loon voor het zaaien van knolzaad en het maaien van de heggen.

Den XIX july den gardenier gedain XXII stuv[e]r vur twee vrouwen die VII …egen inden Buickenbergh gearbeit hadden ad. XVI hell. vur knolsaet inden Buickenbergh tho seijen. Noch den gardenier gedain I dall. vur den die de hegge inden Buickenbergh geschoren hadde

De drost stuurt een boodschapper naar de Geuzen.

Item einen baede gegeven XX alb. die van Dirck vanden Hoevel tho [ge]usen kondschap bracht

De bevolking van het graafschap Bergh zweert trouw aan Willem van den Bergh. Als dank krijgt ieder dorp (Zeddam, Kilder, Braamt, Stokkum, Lengel, Azewijn, Speelbergh, Netterden en Borchheze) drie vaten bier.

Item als die huisluiden und underdanen meins ge[nedigen] herrnn then Bergh gezworen hadden heft d[er] drost den huisluiden van Sedam, Killer, Braembt, Stockum. Lengel, Azwin, Spoelberch, Netterden und Borchheze geschenckt III vatt biers

Augustus

Maria van Nassau is onderweg om in Neuss (nabij Düsseldorf) diverse wapens (rustingh betekent wapenuitrusting) te halen. Ook geeft Maria bevel om doek (stof) naar Keulen te sturen voor haar kinderen.

De XX augusti ……… baede gegeven I dall[er] und J stuv[er] tho vullensten d[en] teringe aver wech tho komen die van mein g vrouw up Nuyss geschickt was umb aldair ettelicke rustingh tho halen Item durch bevel meiner ge[nedigen] vrouwen heft mein huisfrouw II ell suverick doeck gekoft dat die junge herrkens unnd vrouwkens tho Kolen gesandt

De stadhouder schrijft op 23 augustus aan Alva dat er plannen waren om vanaf 17 augustus de Spaansgezinde soldaten die op Huis Ulft gelegerd zijn, te hulp te komen. Met zeshonderd schutters en ongeveer vijftig paarden heeft de stadhouder van Gelre en Zutphen, Berlaymont, Nijmegen verlaten. Er zouden in de avond boten klaarliggen voor de troepen om de Rijn over te steken nabij Brienen. De stadhouder zou zich bij zijn broer, de graaf van Meghen, voegen. De boten waren er niet en dus vertrokken de troepen en sloegen aan het plunderen in het land van de graaf van Kleef.

Als de brief wordt geschreven, op 23 augustus, zijn de Geuzen alsnog verdwenen bij het Huis Ulft. Toen de Geuzen bij Ulft vernamen dat er troepen op komst waren, sloegenzij op de vlucht. Ze laten daarbij vijf kanonnen, vier van ijzer en één van brons, achter die ze uit Doetinchem hadden meegenomen. Dit zijn waarschijnlijk de kanonnen die vanuit Bredevoort meegenomen zijn naar Doetinchem en via daar dus naar Ulft werden vervoerd.

Oktober

De drost van Ulft en Gendringen, Johan van Boeloe, verzoekt aan de rentmeester van Varsseveld om hem te hulp te komen omdat zijn Geuzen, hij noemt hen Waalse troepen, willen gaan muiten. Er gaan immers geruchten dat de hertog van Alva onderweg is naar het noorden, wat zorgt voor onrust. Ook vraagt Johan van Boeloe om hem te voorzien van proviand.

De rebellen hebben de streek verlaten en Huis Bergh komt weer in Spaanse handen.

November

SN 1572

De supernova van 1572 behoort tot de belangrijkste verschijningen in de geschiedenis van de astronomie. De ‘nieuwe ster’ was twee weken lang overdag te zien met het blote oog. Eind november begon de helderheid van de ster af te nemen en veranderde ook de kleur langzaam van wit naar oranje-rood. De afname van de helderheid zette gestaag door maar het zou tot maart 1574 duren voordat hij niet meer met het blote oog was waar te nemen. In totaal kon de ster zo’n 16 maanden geobserveerd worden.

De ontdekking van SN 1572 hielp om oude modellen van de hemel te herzien en om een ​​revolutie in de astronomie te versnellen die begon met de realisatie van de noodzaak om betere astrometrische sterrencatalogi te produceren (en dus de behoefte aan nauwkeurigere astronomische observatie-instrumenten).